Het ontstaan van de barcode

Voor de moderne economie is de barcode één van de meest bepalende uitvindingen geweest. Zo is de barcode in principe ontworpen om ervoor te zorgen dat het proces bij kassa’s versneld werd. Zo begon het in 1948 toen Barnard Silver, een student in Philadelphia aan het Drexel Institute for Technology een verhaal opving tussen de decaan van zijn school en de eigenaar van een grote supermarktketen. Dit gesprek ging over een systeem dat ervoor zorgde dat je automatisch informatie over een product kon aflezen op het moment dat een klant af wil rekenen. Dit verhaal vertelde Barnard aan een van zijn studiegenoten, Norman Joseph Woodland. Toen hij op het strand in Florida zat, dacht hij hier goed over na en begon hij de eerste strepen van de nu bekende barcode in het zand te tekenen.

Echter werd de uiteindelijke streepjescode pas in een supermarkt gebruikt op 26 juni 1974, het moment waarop Clyde Dawson een pakje met kauwgom kocht bij een lokale supermarkt in Ohio. Deze barcode zal vervolgens snel worden ingeburgerd, en de code zal meteen op allerlei manieren toegepast worden. Nu is de barcode niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Via barcodes worden prijzen van producten gescand en worden ook de voorraden op peil gehouden.

Naast de barcodes zijn er afgelopen jaren steeds meer technieken bijgekomen om productinformatie makkelijker af te kunnen lezen, en bestaan er allerlei wettelijke coderingsplichten, kwaliteitscontroles binnen bedrijven en maken traceerbaarheid en klantenadvies codering onmisbaar en waardevol. Zo bestaan er veel verschillende soorten codeersystemen die bijvoorbeeld op een verpakking bepaalde codes kunnen printen. Dit kan bijvoorbeeld een rol spelen in track and trace. Ook worden de printers steeds verder ontwikkeld, slimmer en makkelijker in het gebruik. Zo bestaan er bijvoorbeeld hot foil printers, en deze kunnen tot wel duizend coderingen per minuut printen.